De patiënt die een vasculaire reconstructie heeft ondergaan,
moet worden gecontroleerd in verband met eventuele late complicaties die zich voordoen als
gevolg van deze reconstructie.
Deze controles zijn gericht op:
De controles worden op de polikliniek Heelkunde verricht.
Hierbij wordt in eerste instantie gevraagd naar de aanwezigheid
van verschijnselen die kunnen wijzen op mogelijke complicaties,
zoals het opnieuw optreden van klachten, tekenen van embolisatie
en bijwerkingen of complicaties van de voorgeschreven medicijnen.
Vervolgens wordt bewust gevraagd naar de aanwezigheid van
eventuele risicofactoren:
roken, diabetes mellitus, hypertensie, verstofwisselings- en
stollingsstoornissen, bewegingspatroon en beroep.
Vervolgens wordt bij lichamelijk onderzoek naar perifere
pulsaties, de wijdte van de slagaders en het optreden van kleine
wondjes of necrotische plekjes.
Het onderzoek wordt afgerond met een aanvullend onderzoek waarbij
objectieve criteria worden gehanteerd voor de beoordeling van de
vasculaire status van de patiënt. Dit aanvullend onderzoek omvat
een
E/A index meting en een duplex-scan.
Eventueel kan het onderzoek worden uitgebreid met een looptest.
Bij twijfel kan een echografie of een CT-scan worden gemaakt.