Bij een arteriële bypass wordt een vervangend bloedvat
geplaatst in de arteriële bloedbaan ter overbrugging van het
vernauwde segment. Hierbij wordt het vervangende bloedvat naast
de natieve arterie geplaatst.
De proximale en distale verbinding met het natieve bloevat kunnen
zowel eindstandig als end-to-side zijn.
Het vervangende bloedvat kan ook hier, net als bij de interpositie graft, een vene een
arterie of een kunststof bloedvat zijn.
Indien gebruik wordt gemaakt van een vena wordt bij voorkeur
gekozen voor de vena saphena magna.
Op het femoro-popliteale traject of het femoro-curale traject kan
deze ven, in verband met de kleppen in de vena, als een omgekeer
autoloog transplantaat worden gebruikt of als een in-sity vene
nadat de kleppen in de vene zijn gedestrueerd.