Direct na het reconstrueren van een obstructie in de arteriële vaatboom moet worden gecontroleerd of de reconstructie open is.
Een eerste indruk wordt verkregen door inspectie en palpatie van de geopereerde extremiteit. Tevens wordt bij reconstructies aan de beenvaten na operatie een Doppler onderzoek van de slagaders ter hoogte van de enkel verricht. Dit Doppler onderzoek kan aantonen of het karaketer van het Dopplersignaal is verbeterd of niet: van een pre-operatief monofasisch signaal naar een post-operatief bi- of trifasisch signaal.
Criterium | Resultaat van de reconstructie | Beoordeling | |
Mislukt | Geslaagd | ||
Kleur | Bleek | Roze | Subjectief |
Temperatuur | Koud | Warm | Subjectief |
Capillaire refill | Slecht | Goed | Subjectief |
Pulsaties | Ontbreken | Goed | Subjectief |
Doppler signaal | Mono-fasisch | Bi- of trifasisch | Objectief |
Angiografie | Afgesloten | Open | Objectief |
Vervolgens wordt de E/A index bepaald. Bij een succesvolle reconstrucie mag worden verwacht dat direct post-operatief de E/A index met minstens 0.1 is gestegen. Bij twijfel over het succes van een reconstructie kan daarna een duplex onderzoek worden verricht waarbij de doorstroming ter hoogte van de reconstructie kan worden bepaald. Indien daarna nog steeds geen zekerheid bestaat wordt een angiografie gemaakt. De angiografie is het meest objectieve onderzoek dat gebruikt kan worden voor het beoordelen van het operatie resultaat.
NB.
Bij reconstructies van andere slagaders dan de beenvaten kunnen
andere criteria worden gehanteerd voor het beoordelen van het
succes.
Reconstructie van een nierarterie zal worden gevolgd door een
isotopenscan en het nauwgezet vervolgen van de nierfunctie; een
reconstructie van de darm- of de inwendige halsslagader zal
worden vervolgd door een duplexscan.