Arteriële drukmeting

De eerste parameter die verandert door een vernauwing in het arteriële systeem is de piek-systolische druk. Indien onzekerheid bestaat over de ernst van een stenose kan door introductie van een catheter informatie worden verkregen over de piek-systolische druk centraal en perifeer van de stenose. Deze drukmeting vindt plaats door continu registratie van de druk bij het terugtrekken van de catheter over het traject van de stenose. Deze selectieve drukmeting wordt met name verricht bij centrale stenosen (a. renalis, a. mesenterica, aorta).

Drukmetingen geven slechts een functionele informatie. De selectieve drukmeting geeft alleen informatie over de hemodynamische ernst van de stenose in het traject dat door de catheter wordt gepasseerd. De blinde drukmeting (FAP-test) geeft slechts informatie over het bestaan van een proximale stenose, niet over de plaats van de stenose of het aanwezig zijn van stenoses in serie.


FAP test

Door verlagen van de perifere weerstand van het vaatbed (vaatverwijdende medicatie, reactieve hyperemie na inspanning of tijdelijke occlusie) neemt de stroomsnelheid van het bloed toe. De toegenomen stroomsnelheid van het bloed resulteert in ernsitger turbulentie bij stenose en een grotere drukval over de stenose.

Op grond hiervan kan het bij onzekerheid over de ernst van de stenose in de bekkenslagaders al voldoende zijn om de druk in de a. femoralis te meten in rust en na vaatverwijding. Deze laatste test wordt regelmatig gebruikt en wordt de Femoral Artery Presure test (FAP-test) genoemd.