De uitgebreidheid van een re-excisie hangt volledig af van de radicaliteit van de primaire excisie. Als deze vrij volledig was, kan men volstaan met een kleine re-excisie bedoeld voor histologisch onderzoek.
Het doel van de re-excisie is het voorkomen van satellieten. De kans op satellieten neemt toe naarmate de Breslow-dikte toeneemt.
De anesthesie van de definitieve excisie lijkt veel op die van de diagnostische excisie en kan met een infiltratie anesthesie of een field block worden bewerkstelligd. Opname van de patiënt vindt alleen plaats als er sprake is van een te verwachten huidtransplantatie of wanneer de wond niet primair gesloten kan worden.
De marge rond de laesie die met de definitieve excisie meegenomen dient te worden hangt af van de dikte van de tumor zoals die door de patholoog is vastgesteld. Uit recente studies is gebleken dat de traditionele 5 cm. Marge aan de ruime kant is. Op grond van deze studies worden nu de volgende marges aangehouden:
Breslow-dikte t/m 2 mm |
1 cm. |
Breslow-dikte 2 t/m 4 mm |
2 cm |
Bij een Breslow-dikte van meer dan 4 mm. zijn geen gerandomiseerde studies voorhanden, maar bij deze dikke melanomen is er meestal sprake van een hematogene metastasering, waardoor de kans op een locaal recidief de overlevingskansen kan beïnvloeden. Om een onnodige mutilatie te voorkomen lijkt een marge van 1 tot 2 centimeter voldoende bij deze patiënten. Bij melanomen aan vingers en tenen zal een marge van 1 tot 2 centimeter meestal uitmonden in een amputatie.
De definitieve excisie loopt door tot aan de onderliggende fascie. Als de subcutis erg dun is, wordt de fascie meestal geëxcideerd. Ook als bij de diagnostische excisie de fascie is komen bloot te liggen wordt de fascie bij re-excisie meegenomen.
Het verdient de voorkeur de huid direct na de definitieve excisie te sluiten. Meestal is dit wel mogelijk. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kan er gebruik gemaakt worden van een huid/weefsel transplantaat om het defect te bedekken.