Osmotische diarree
Vertraagde resorptie van water
en elektrolyten tgv ophoping van niet-resorbeerbare stoffen in het darmlumen.
Hypertone darminhoud
Deze diarree stopt als de patient
vast.
Secretoire diarree
Ontstaat door actieve secretie
van ionen. Actieve Na+ resorptie verminderd. Diarree met hoog natriumgehalte
doordat het colon de overmaat aan water en ionen niet kan resorberen.
De diarree blijft aanwezig bij vasten.
Ontlasting met groot volume.
Motorische diarree
Door zowel verminderde (bacteriële
overgroei door stase) als toegenomen (onvoldoende resorptie door snelle passage)
motiliteit van de darm.
Osmotische
diarree
Ziekten
met biochemische afwijkingen (lactasedeficiëntie, glucose malabsorptie)
Immuundeficiënties.
Secretoire diarree
Exogene
oorzaken: toxigene diarree door infecties
met V. Cholera, E. Coli, stafylococcen.
Endogene
oorzaken:
Toegenomen
secretie met verminderde absorptie: galzuurmalabsorptie, vetzuurmalabsorptie
Neoplasmata (medullair schildkliercarcinoom, gastrinomen (Zollinger-Ellison), cholera pancreatica (verner-Morrison), carcinoïd).
Gestoord
elektrolyten transport na colectomie
Motorische diarree
Hypermobiele
darm door exogene oorzaken (cholinergica) of endogene oorzaken (hyperthyreoidie,
carcinoïdsyndroom).
Hypomobiele darm (diabetische neuropathie, sclerodermie).