Patiënten met perifeer obliteratief vaatlijden hebben een verhoogd risico voor cerebrovasculaire afwijkingen. Bij 25% van deze patiënten wordt bij lichamelijk onderzoek een souffle gehoord over de halsslagader. De kans op cerebrale ischemie neemt bij milde claudicatio intermittens toe met een factor 2-3x. bij ernstige claudicatio zelfs 5-6x. De verschijnselen van ischemie van de hersenen zijn: TIA's of een CVA. Zolang de indicatie tot operatieve therapie van een asymptomatische stenose in de a. carotis niet eenduidig is gesteld, lijkt het weinig zinvol om tot screening van carotis- stenosen over te gaan.
Ook het optreden van coronairsclerose neemt toe bij perifeer obliteratief vaatlijden. Bij 15% van de patiënten met milde claudicatio intermittens is tevens coronairsclerose aanwezig. Dit percentage neemt toe tot 40% bij ernstiger vormen van perifeer obliteratief vaatlijden. Bij critische ischemie van het been heeft zelfs 90% van de patiënten voldoende ernstige coronairsclerose om een verdere analyse van het coronairsysteem te rechtvaardigen. Vaak zal PTCA (Dotteren) of bypassoperatie het gevolg zijn.
Vernauwingen in de aanvoerende bloedvaten van de a. renalis
kunnen aanleiding geven tot renovasculaire hypertensie of
nierfunctieverlies.
Zijn de vernauwingen gelegen in de darmslagaders dan kan de
patiënt klachten ervaren na eten (angine abdominale) of een
darminfarct krijgen.