De percutane transluminale angioplastiek (PTA of Dotter) heeft zich in de laatste jaren sterk ontwikkeld. Bij deze behandeling wordt middels een balloncatheter ter plaats van de vernauwing een verwijding bewerkstelligd. Aanvankelijk werd verondersteld dat door insufflatie van de ballon een compressie van de stenoserende plaque werd veroorzaakt, zoals voetstappen in de sneeuw de sneeuwlaag comprimeren.
Inmiddels is het duidelijk geworden dat niet zozeer de vernauwing wordt gecomprimeerdm, maar dat ballondilatatie leidt tot een verscheuring van de plaque en de omhullende lagen van de vaatwand. De verscheuring van de stenose geeft aanleiding tot lengte en dwarse scheuren in de stenose. Op grond hiervan kan de PTA soms gevolgd worden door het plaatsen van een stent. Deze stent overbrugt het gedilateerde segment en zet de verscheurde intima vast tegen de buitenste lagen van de vaatwand.
De lange termijn resultaten van de percutane transluminale
angioplastiek op het iliacale traject zijn goed; de resultaten
van de PTA op het traject distaal van de iliacale vaten zijn
matig tot slecht. De PTA wordt in toenemende mate ook op andere
trajecten toegepast.
Bij patiënten die een PTA hebben ondergaan, moeten de
conservatieve maatregelen worden nageleefd.
Indien het arteriële segment over een beperkte afstand volledig
is geoccludeerd, kan in deze occlusie een opening worden gemaakt
met behulp van een catheter, een boortje of een lasertip.
Vervolgens vindt dan alsnog de PTA plaats. In deze situatie wordt
de PTA gevolgd doro het plaatsen van een stent. De lasertherapie
als zelfstandige therapie heeft slechte resultaten.