Halfgesloten desobstructie

Bij een halfgesloten desobstructie wordt een langer segment van de arteriële vaatboom vrijgelegd en wordt proximaal en distaal van de obstructie een arteriotomie gemaakt.
Door deze arteriotomie wordt de obstructie losgewoeld uit de arterie en wordt met behulp van de ringstripper het klievingsvlak tussen vernauwing en vaatwand uitgebreid naar de andere arteriotomie. Daar wordt de vernauwing losgesneden uit het vat. Vervolgens wordt het gedesobstrueerde segment met behulp van een angioscoop of onder röntgendoorlichting gecontroleerd op achtergebleven resten van de vernauwing en (losse) flarden intima.
Nadat geverifiëerd is dat er geen obstruerende momenten meer aanwezig zijn kunnen de arteriotomie openingen worden gesloten.
Ook hierbij kan eventueel gebruik worden gemaakt van een patchplastiek.