Taakverdeling bij multitraumatisé


Bij elke traumapatient met een RTS van <12 dient het volgende beleid gevolgd te worden alle betrokken dienen zich onmiddelijk naar de shockroom van het CEH te begeven.

  1. bij aanmelding waarschuwt de dienstdoende Eerste Hulp arts de oudste chirurgische dienst in huis en de achterdienst, er vindt direct overleg met de achterwacht traumatologie plaats. Tevens worden gewaarschuwd de dienstdoende anaesthesioloog en de dienstdoende radioloog en in het geval van een vooraanmelding van ernstig schedel-hersenletsel of bij een EMV-score 12 de dienstdoende neuroloog.
  2. de chirurgische achterdienst is aanwezig bij aankomst van de patient en bepaald in overleg met andere betrokken specialismen, of het noodzakelijk is de protocolair vastgelegde diagnostiek uit te voeren. De achterwacht traumatologie is hierbij coördinerend hoofdbehandelaar en als zodanig verantwoordelijk voor de omvang en volgorde van de diagnostiek, alsmede voor het onderbreken hiervan ten behoeve van spoedeisende behandelingen en operaties.
  3. de dienstdoend anaesthesioloog (staflid en assistent) is aanwezig bij aankomst van elke traumapatient en beheert de resuscitatie en stabilisatie van de vitale parameters in overleg met de hoofdbehandelaar
  4. de dienstdoend neuroloog (assistent, consulterend met achterwacht en dienstdoend neurochirurg) is aanwezig bij aankomst van elke traumapatiënt, welke een Glasgow Coma Score heeft 12. Bij een minder ernstig schedelletsel (EMV 13-15) wordt de neuroloog geconsulteerd na een eerste triage door de EHBO-assistent
  5. de radioloog (assistent, consulterend met achterwacht) is aanwezig bij aankomst van elke traumapatient en bepaalt de diagnostische strategie in overleg met de hoofdbehandelaar en waar nodig met andere aanwezige specialismen.
  6. in een vroeg stadium (aanmeldingsfase !) moet door de dienstdoende traumatoloog als coördinerend behandelaar met de intensivist overleg gepleegd worden omtrent de mogelijkheid tot opname op de ICU.
    Indien plaatsing van een patient om logistieke redenen niet mogelijk is, weigert de hoofdbehandelaar acceptatie van de patient en dient in overleg met de C.P.A., mits dit mogelijk is, uitgeweken te worden naar het dichtstbijzijnde behandelingscentrum, dat wel een bed beschikbaar heeft. Het is van evident belang dat de gegevens bij een dergelijke weigering geregistreerd worden en aan de Cöordinatie Commissie Traumatologie gerapporteerd worden.
  7. alle andere specialismes worden op indicatie geconsulteerd

 

N.B. Indien voor een tevoren niet aangemelde patient geen plaatsings-mogelijkheid is, of indien direct uitwijken naar een ander centrum niet mogelijk geacht wordt, zal uitsluitend na stabilisatie van de vitale parameters en voltooing van de diagnostiek overplaatsing naar het dichtbijzijnde centrum door de hoofdbehandelaar geregeld moeten worden. Tijdens het transport wordt in onderling overleg met de ambulancedienst de medische zorg voor de patient gedragen door een anaesthesie-assistent / anaesthesist.