Op grond van de bevindingen tijdens de inspectie wordt de laesie ingedeeld in de mate van verdenking op een melanoom.
Bij inspectie moet op de volgende punten gelet worden:
Voorts moet bij inspectie gelet worden op het huidtype, aanwezigheid van dysplastische naevi (bij 1 of 2 heeft de persoon een verhoogd risico op een melanoom) of het voorkomen van veel naevi (meer dan 50).
Op grond van deze gegevens kan de mate van verdenking vastgesteld worden:
Onverdacht | Er wordt een andere klinische diagnose gesteld. Histologisch onderzoek is niet nodig. De laesie mag vernietigd worden door middel van coagulatie of cryotherapie. |
Minimaal verdacht | Er wordt een ander waarschijnlijkheidsdiagnose gesteld, maar een melanoom is op voorhand niet volledig uitgesloten, zodat hier bij verwijdering rekening gehouden moet worden. Dit betekent dat er overgegaan moet worden op excisie of shave-biopt. |
Verdacht | De diagnose maligne melanoom behoort tot de reële mogelijkheden. Histologisch onderzoek is hier essentieel door middel van een excisie met een marge van minimaal 2 mm. |
Als een melanoom vermoed wordt, moeten ook de regionale lymfeklierstations gepalpeerd worden.