Ademen is essentieel. Zonder ademhaling heeft de circulatie geen enkel nut. Daarom moet altijd eerst de ademhaling van een slachtoffer gecontroleerd worden. Een normaal mens ademt ongeveer 16 keer per minuut. Eén ademteug is ongeveer een halve liter groot.
Of een slachtoffer ademt kan gecontroleerd worden door inspectie van de adembeweging en palpatie van deze bewegingen op de thorax.
Is de ademhaling gestoord, dan moet naar de oorzaak gezocht worden en deze oorzaak weggenomen worden. Indien het slachtoffer dan nog niet spontaan gaat ademhalen, moet het slachtoffer worden beademd.
De meest voorkomende oorzaken van een gestoorde ademhaling zijn:
| Obstructie door een naar achteren gezakte tong |
| Corpus alienum (vreemd lichaam) |
Pas als de ademweg vrij is en het slachtoffer ademt niet of niet voldoende zelfstandig, mag u het slachtoffer gaan beademen.
Bij personen die diep bewusteloos zijn moet eerst de circulatie worden gecontroleerd voordat er naar de ademhaling wordt gekeken. Uitzonderingen hierop zijn drenkelingen, kinderen en baby's.
