![]() |
Opening van de appendix naar het caecum |
De uitmonding van de appendix naar het caecum is vrij nauw. Hierdoor bestaat in de
appendix een zekere mate van stase, waardoor het lumen van de appendix veel
microorganismen bevat. Door zwelling van het lymfoïde weefsel in de wand, of door het
vastzitten van bijvoorbeeld een ingedikt stukje faeces, kan de uitmonding soms geheel
worden afgesloten. Deze obstructie zorgt dan voor een verhoging van de intraluminale druk
in de appendix, distentie en circulatiestoornissen in de wand. De distensie prikkelt de
pijnvezels en geeft aanleiding tot een doffe diffuse pijn en reflectoir misselijkheid en
braken.
![]() |
Microscopisch overzicht van de appendixwand |
Door kleine laesies in de mucosa kunnen bacteriën in de appendixwand dringen. Hierbij
onstaat de karakteristieke verschuiving van de pijn naar de rechter onderbuik.
Wanneer de druk in het lumen hoger is dan de veneuze druk bestaat de kans op
hemorragische infarcering.
![]() |
Endoscopisch beeld van het pus dat uit de appendix in het caecum stroomt |
Een verklaring voor het spontaan in regressie gaan van een appendicitis is dat de vloeistof uit het lumen zich door de verhoogde druk toch nog een weg baant langs de obstructie naar het caecum.